Het dorpje Zádor ligt in het westen van Baranya, op de grens met het comitaat Somogy, ten zuidwesten van het stadje Szigetvár en ten zuidoosten van de grensplaats Barcs. De nederzetting is al vrij oud en sinds de Middeleeuwen onafgebroken bewoond geweest. In het dorp staan zowel een protestants als een katholiek kerkje, beide aan een plantsoen; hierdoor heeft het dorp een groene uitstraling. Het plaatsje is het gehele jaar door goed bereikbaar per auto (ongeveer 14 km vanaf Rijksweg 6 Boedapest-Pécs-Kroatië), heeft een eigen treinstationnetje en een busverbinding. De omgeving wordt gekenmerkt door zeer uitgestrekte bossen waar ook veel wild zit; de reeën, fazanten, edelherten en roofvogels zijn vaste gasten in de straten. Vanuit het dorpje kan men eindeloze wandelingen maken door de aangrenzende natuur, daarnaast is de rivier Dráva (Drau) nabij, waar men kan varen en vissen. Zádor heeft ruim 300 vooral Hongaarse inwoners en bezit o.a. een levensmiddelenwinkel, overige basisvoorzieningen zijn te vinden in het even verderop gelegen grotere dorp Kétújfalu. Het leuke stadje Szigetvár, met de beroemde burcht en o.a. een thermaalbad, ligt slechts op 15 km afstand en biedt alle overige voorzieningen. Barcs ligt iets verder en heeft ook veel winkels en een thermaalbad. In de omgeving kan men zwemmen, wandelen, paardrijden, fietsen, vissen. Het Natuurgebied Zselic ligt op slechts een kwartiertje rijden, met vele recreatieve mogelijkheden.
