De Provincie Borsod-Abaúj-Zemplén (soms kortweg ook wel Borsod of BAZ genoemd), is gelegen in het uiterste noordoosten van Hongarije, grenzend aan Slowakije. De voor veel mensen te lange en lastig te onthouden naam duidt reeds aan dat deze provincie in 1950 is ontstaan door de samenvoeging van drie komitaten, aangevuld met nog enkele delen van inmiddels niet meer bestaande komitaten, zoals Torna en Hont. Tegelijk liggen andere delen van de genoemde provincies inmiddels in Slowakije en een klein deel nog in Oekraïne. Met een oppervlakte van 7247 is het na Bács-Kiskun de grootste provincie van Hongarije. Er wonen ca. 730.000 mensen, deels in enkele steden, voor de rest in enkele honderden grote en vooral veel kleine dorpen. Enkele plaatsen, tevens zelfstandige gemeenten, hebben een bevolking die vandaag de dag minder dan 10 bedraagt. Dit is het gevolg van een massale trek naar de stad, sinds WOII. Het traditioneel arme en niet overal even vruchtbare gebied diende volgens het socialistische ideaal rap geïndustrialiseerd te worden. De hoofdstad Miskolc is hier het bekendste voorbeeld van: als gevolg van de opkomende staal- en machineindustrie werd de ene wijk na de andere erbij gebouwd en werden oude stadjes als Diósgyőr volledig opgeslokt. Halverwege de jaren tachtig van de vorige eeuw kwam de klad er echter in en nam de werkloosheid schrikbarend toe. Tegelijk vertrokken veel mensen naar elders; had Miskolc als tweede stad van het land een jaar of twintig geleden nog ruim 215.000 inwoners, vandaag de dag moet het Debrecen al lang voor laten gaan en wonen er amper 173.000 mensen, niet veel meer dan in Pécs of Szeged. Hetzelfde verhaal geldt voor de socialistische modelsteden Kazincbarcika en Ózd (ca. 40.000 inw.), die voor veel Hongaren model staan voor ellende, armoede, werkloosheid en zigeuners; een heel stadsdeel wordt bevolkt door deze bevolkingsgroep. Er is echter hoop, want enkele buitenlandse bedrijven, waaronder een grote Amerikaanse firma, investeren behoorlijk in de restanten van de oude fabrieken, met name vanwege de goedkope arbeidskrachten. Tegelijk wordt deze mensen scholing aangeboden. De later gebouwde modelstad Tiszaújváros (het voormalige Leninváros) doet het ietsje beter en heeft ook investeerders weten aan te trekken. Waar deze stad was gepland om verder uit te breiden, zal het echter niet groter worden dan de huidige 15.000 inwoners, hetgeen zelfs voor Hongaare begrippen vrij gering is. Los van de economische malaisse, dat tezamen met de perifere ligging tot gevolg heeft dat de prijzen van onroerend goed er lager zijn dan elders, is de streek gezegend met een mooie natuur, met name in het westen bij het Bükkgebergte. Hier ligt het plaatsje Lilafüred (behorend tot de stad Miskolc), waar een mooi jachtslot gevestigd is, thans in gebruik als hotel. Even verder naar het oosten ligt Miskolctapolcafürdő, een wel heel bijzonder kuuroord: het thermale bad is hier gelegen in een rots, waar men zo kan rondzwemmen. Nog verder naar het oosten ligt de wijnstreek van Tokaj, waar de mierzoete, bekendste wijnen van Hongarije voorkomen. Deze streek gaat in het noorden over in Slowakije en hier vinden we ook de beroemde druipsteengrotten van Aggtelek, die dwars onder de landsgrens heengaan; deze zijn opgenomen op de Werelderfgoedlijst van UNESCO. Leuke stadjes in het oosten zijn Sárospatak, met een bekende burcht, en Sátoraljaújhely. In het zuidwesten van het komitaat ligt Mezőkövesd, het centrum van de ‘Matyós’, een oude bevolkingsgroep. Niet ver hiervandaan ligt het Tiszameer. Dit is een geliefd gebied voor enkele Nederlanders. Recentelijke grootschalige overstromingen hebben echter wel geleerd dat je beter niet te dicht bij deze rivier kunt wonen; hetzelfde geldt voor de kleinere rivieren verder in het noorden van de provincie. De streek heeft een echt landklimaat, met warme zomers en koude, sneeuwrijke winters; uiteraard zorgen de beboste heuvels en bergen in de zomer wel voor verkoeling. De recente aanleg en uitbouw van autosnelwegen heeft de breikbaarheid sterk verbeterd. Daarnaast zijn er snelle intercityverbindingen, met name naar Boedapest.
